Journalisten in ballinschap

Tentoonstelling van foto's en getuigenissen

Enga-je Difference Day
Chargement de la page
LOADING
FR EN

Journalisten in ballinschap

Tentoonstelling van foto's en getuigenissen

Enga-je Difference Day

De tentoonstelling ‘Journalisten in ballinschap’

In februari 2020 organiseerde En-GAJE in Brussel een tentoonstelling over journalisten in ballingschap. Zij werd verwelkomd door "Escale du Nord" in het Cultureel Centrum van Anderlecht en stelde voor dat het publiek met een aantal van deze media-werknemers die hun land moesten ontvluchten en die zich in België hebben gevestigd kennis zou nemen .

Dankzij de prachtige foto’s van Frédéric Moreau de Bellaing en de getuigenissen die journalisten in ballingschap hebben gegeven of geschreven, heeft de tentoonstelling hun gezicht, hun geschiedenis, hun vaardigheden en hun lijden laten zien. Zij hebben allen uiting gegeven aan hun grote gehechtheid aan hun taak als journalisten, ook al zijn sommigen hier veroordeeld tot zwijgen en werkloosheid.

Hieronder volgen de getuigenissen en een steekproef van de foto’s, naast enkele informatie over de "En-GAJE"-vereniging en over Frédéric Moreau de Bellaing. Hun presentatie hier is niet die van de tentoonstelling, die zo snel mogelijk naar verschillende plaatsen in België zal worden gebracht. Zoals in Anderlecht zullen de bezoekers de gelengenheid om een aantal journalisten in ballingschap te ontmoetten.

Als u de tentoonstelling in een geschikte ruimte wilt ontvangen (*) schrijft u naar engaje.be(at)gmail.com

(*) 8 grote foto's, 10 tekst- en beeldendeelvensters, 5 tekeningen, 4 niet-afgebeelde teksten die bvb. aan beide zijden van 15 rasters van 2 x 1 m kunnen worden bevestigd.

Foto's: Frédéric Moreau de Bellaing
X

Ali Mazrooe : "Het leven gaat verder"

Ali

Ali Mazrooei is 63 jaar. Hij is Iraniër, journalist van beroep en hij woont in Brussel sinds 2010. Hij heeft een diploma van de universiteit van Isfahan, was lid van de (intussen ontbonden) Vereniging van Iraanse journalisten en aan de slag als economisch journalist bij een tiental (allemaal opgedoekte) oppositiekranten, waaronder SALAM Newspaper. Ali's maatschappelijke betrokkenheid is dan ook bijzonder groot en hij kijkt met scherpe blik naar Iran.

In 2009 komt de bevolking in opstand tegen president Ahmadinedjad. De mensen betwisten zijn herverkiezing na massale verkiezingsfraude ('Groene Beweging'). Ahmadinedjad bant de media, sluit de ene na de andere oppositiekrant en hanteert voor journalisten de verwerpelijke aanpak van landen die geen vrije autonome pers verdragen. Hun lot: intimidaties, geweld en gevangenisstraffen. Om aan de onderdrukking te ontkomen, zijn Ali en 200 andere Iraanse journalisten gedwongen het land te ontvluchten.

Zijn bestemming had Parijs, Rome of Berlijn kunnen zijn. Uiteindelijk werd het Brussel. "Dankzij de Vereniging van Iraanse Journalisten hadden we in Iran goede contacten met de IFJ (Internationale Federatie van Journalisten). Zij hebben de andere journalisten en mezelf geholpen wanneer we het land moesten ontvluchten. Zo ben ik in Brussel terechtgekomen."

Samen met zijn vrouw en twee kinderen is Ali een nieuw leven gestart. "Toen ik in België aankwam, dacht ik dat we hier twee of drie jaar zouden blijven om daarna terug te keren naar Iran." Tien jaar later heeft Ali die droom laten varen: "Gezien de huidige situatie is een terugkeer voor mij onmogelijk. Ik weet niet wanneer we kunnen teruggaan."

Tijdens die tien jaar, ver weg van Teheran, is Ali nooit gestopt met werken. "Ik was journalist en dat ben ik nog altijd. Ik schrijf voor het web en ik bestudeer de situatie waarin mijn land verkeert. Ik heb nog altijd contacten ginder, ik lees heel veel en ik blijf mezelf informeren."

In het midden van Ali's woonkamer staat een lessenaar met een laptop. De televisie staat op een Perzische zender. De telefoon rinkelt en Ali antwoordt in zijn taal. Hij was bijzonder actief in zijn land en geeft toe dat hij zich soms een beetje geïsoleerd voelt. "Het moeilijkste aan een leven ver van huis is om vrienden te maken, om een netwerk en relaties op te bouwen. Zeker op mijn leeftijd. Ik spreek geen Frans of Nederlands en het is moeilijk om mijn plek te vinden in de Belgische samenleving. Ik mis mijn familie die ginder is gebleven."

Twee jaar geleden is zijn moeder overleden. Ali heeft geprobeerd om haar naar Brussel te laten komen, maar haar visum werd door België geweigerd. Bitter en zonder illusies over de nabije toekomst van zijn land, probeert Ali de hoop niet te verliezen. "Ik hou mezelf voor dat het leven verdergaat."

Samuel Malhoure

X

Mijn foto zal je niet zien

Journaliste anonyme

Heel mijn leven heb ik het beroep van journalist uitgevoerd. Maar jammer genoeg heb ik niet altijd mijn vrijheid van meningsuiting kunnen uitoefenen als gevolg van politieke druk.

Ik heb gewerkt als persmedewerker bij de overheid en voor de private pers in Afrika. Ik ben lastiggevallen en bedreigd, omdat ik volgens de deontologische regels wilde werken. Daarom ben ik mijn land ontvlucht en heb ik in België asiel aangevraagd en ook makkelijk verkregen.

Ik heb mijn job kunnen uitvoeren in opdracht van enkele Belgische en Afrikaanse kranten. Mijn artikels gingen vaak over de democratie en vrijheid in Afrika. Natuurlijk uit ik kritiek op de dictatoriale regimes in Afrika, en daardoor ben ik een doorn in het oog van sommige Afrikaanse overheden.

Omwille van mijn journalistieke activiteiten en publicaties heb ik een flink aantal bedreigingen ontvangen in Europa. Via mijn blog heb ik een boek uitgegeven over de media en de politieke macht in mijn land.

Ik ben niet bang om de prijs te betalen om vrij te zijn, waar ik ook ben. Maar om die vrijheid in veiligheid te beleven, kan ik niet toestaan dat mijn foto of identiteit zou worden gepubliceerd. Dat is het gevolg van mijn beroepskeuze.

X

Bloeddruk

Antoine Kaburahe

Antoine Kaburahe

Journalistiek, het is volgens sommigen het mooiste beroep van de wereld ... En ik geloof hen. Ondanks alles. Ook al was ik het grootste deel van mijn leven op de vlucht. Nochtans ben ik niet echt oud. 'Amper' 54 jaar.

In 1992 zet ik mijn eerste stappen in de journalistiek. Vol dromen treed ik zo in de voetsporen van mijn vader. Hij was zelf ook journalist toen ik hem op 5-jarige leeftijd verloor. In 1993 zinkt Burundi weg in een verschrikkelijke oorlog onder broeders. Na tal van bedreigingen en getraumatiseerd door de dood van zovelen, waaronder familieleden, vrienden en collega's, ben ik in 1997 als 31-jarige verplicht om mijn land te ontvluchten.

Met zowel fysieke kwetsuren als veel dieperliggende wonden vanbinnen, start ik mijn leven in België. En ik heb maar één wens: opnieuw beginnen, bouwen aan mezelf, alles vergeten en iets anders gaan doen. Maar de journalistiek achtervolgt me, zit diep in mij geworteld, zoals een verslaving.

Tien jaar later verlaat ik mijn adoptieland. Ik vertrek opnieuw, kalm en vol vertrouwen, want mijn land lijkt zijn oude demonen te hebben begraven. Met name dankzij Mandela werd er een vredesakkoord ondertekend in Arusha (Tanzania). In mijn koffers zit een project: Iwacu. Eindelijk ga ik (opnieuw) een krant maken. Ik wil mijn land mee begeleiden op de weg naar de democratische heropbouw door het leveren van professionele informatie. Het is een droom ...

En de droom wordt werkelijkheid. Of toch gedurende een jaar of 7. Tussen 2008 en november 2015 groeit Iwacu uit tot een gerespecteerde persgroep in het Burundese medialandschap. Met een veertigtal werknemers, meerdere publicaties, een tv- en radiozender op het internet, een drukkerij en een uitgever. Een echt mediabedrijf. De droom is werkelijkheid aan het worden.

Maar dan doemt de vloek op. Het begint met de dagvaarding door de procureur van de Republiek. Ik zou betrokken zijn bij een mislukte 'poging tot staatsgreep' in mei 2015. Enkel en alleen dat ...

En dan zet de machine zich in gang. Ik moet mijn huid redden. Zoals honderden collega's moet ook ik vertrekken. Er is een internationaal aanhoudingsbevel tegen mij uitgevaardigd, alsof ik een ordinaire crimineel ben.

Opnieuw in ballingschap. Tot wanneer? Ik weet het niet. Mijn collega's ginder blijven de droom najagen. Ze betalen een hoge prijs. Jean Bigirimana, journalist bij Iwacu, wordt ontvoerd in juli 2016 en tot vandaag weet niemand waar hij zich bevindt. Op het ogenblik dat ik deze tekst schrijf, zitten vier journalisten, Agnès, Christine, Térence en Egide, al meer dan zes maanden achter de tralies. Ze worden beschuldigd van 'poging om de interne veiligheid van de Staat in gevaar te brengen', een vage beschuldiging die alles en helemaal niks zegt. Het ministerie eist 15 jaar gevangenschap. De vervolging werd teruggebracht tot twee en een half jaar. Iwacu ging in beroep. Hoe ik in dit geheel pas? Ik ben erbij. En dan bedoel ik vanuit België. Met mijn ogen altijd gericht op WhatsApp en andere sociale media, zoals Twitter. Ik leef online, 'geconnecteerd'. Omdat het niet mogelijk is om in mijn land te wonen, samen met mijn redactie. Elke dag word ik grijzer en grijzer.

Ik woon in België, maar mijn hart klopt in Burundi. Een hart dat moe wordt en af en toe zelfs op hol slaat. "Uw bloeddruk is te hoog, u moet zich ontspannen, meneer Kaburahe", zegt mijn dokter keer op keer en ondertussen stopt hij me een voorschrift toe. Bloeddruk: 15 - 9. Maar zolang ik de uitspraak van de rechters over mijn collega's moet afwachten, blijven bovendruk en onderdruk verkeren in een staat van paniek.

Ik weet welke behandeling de beste zou zijn. Mijn droom beleven. (Opnieuw) in mijn land wonen, schrijven, mijn beroep uitoefenen. Ik ben er zeker van dat mijn hart daar beter zou kloppen ...

Oprichter van de Burundese persgroep Iwacu, in ballingschap in België.
3 mei 2020

X

"Ik ben mezelf niet meer"

Christa Irakoze

Christa

Ik ben een journaliste van Burundese origine. Zo lang ik me herinner, ben ik gepassioneerd door mijn werk.

Toen de president van mijn land besloot om aan de macht te blijven terwijl de grondwet dat verbood, signaleerden mijn radio, Bonesha FM, en andere zenders dat dit ongrondwettelijk was. Vanaf dat moment werden we gezien als opposanten. Mijn radiozender en vier andere werden geplunderd en vernield op 14 mei 2015. Ondenkbaar in een land dat hoog scoorde in de tabellen van de persvrijheid. Van de ene op de andere dag was er geen onpartijdige informatie meer beschikbaar en voelde iedereen zich onveilig. Ik moest vluchten naar buurland Rwanda. In september keerde ik terug naar Burundi. Ik sloot me aan bij collega's die waren gebleven en we werkten bij de geschreven pers in het Huis van de pers. De militairen kwamen regelmatig langs op onze werkplek. Zo wilden ze ons imponeren en ons laten verstaan dat ze wisten waarmee we bezig waren.

In oktober 2015 werd een volledige familie uitgemoord. Een collega-journalist was bij de slachtoffers en voor ons was dit een waarschuwing: "Vandaag was hij aan de beurt, morgen jullie."

Er volgden bedreigingen, achtervolgingen en pamfletten tegen ons. Er was voor mij geen plek meer in het land dat nochtans het mijne was. Ik kon niet meer zeggen: "Mijn naam is Christa, ik werk voor Radio Bonesha." Ze beschuldigden ons ervan opposanten te zijn. Ze kleefden ons etiketten op die niks te maken hadden met ons beroep. De boodschap was helder: "Hier is geen plaats voor jullie."

In april 2016 werd een vriendin vermoord, nadat ze de hele dag met mij had doorgebracht. Een politiecommissaris startte zijn onderzoek bij mij, omdat ik als laatste bij haar was geweest. Ik was journaliste, ik woonde in een buurt die bekend stond om protesten en ik behoorde tot een etnische groep die beschouwd werd als oppositie: ik had alles tegen.

Ik kon vele redenen bedenken om in mijn land te blijven en ik probeerde mezelf te overtuigen dat het wel zou lukken, maar toch moest ik vertrekken. Toen mijn vriendin vermoord werd, wist ik dat ik niet kon blijven. Ik ben in België aangekomen op 19 maart 2017 in een land, een continent, dat ik niet kende. Het was een klap: "Ik ben mezelf niet meer, ik ben slechts een nieuwkomer, een vluchteling." Na alles wat ik ginder had opgebouwd, moest ik een ander leven beginnen.

Eerst vluchtelinge in Rwanda. In België sinds 2017.

X

Naast het portret

Edouard Diti Thitenge

In mei 2017 verslechterde de situatie met mondelinge dreigementen van de autoriteiten aan het adres van mijn familie ("Je vrouw en je kinderen moeten sterven, zodat je het zou begrijpen ..."). Ze dreigden me te arresteren en op 28 augustus 2017 werd de situatie bijzonder gevaarlijk voor mij. Dankzij de Verenigde Naties ben ik kunnen ontsnappen aan de militairen.

Ik ben ervan overtuigd dat er andere manieren zijn om je doel te bereiken. Zonder daarvoor je medemensen op te offeren.

Als je deze brief ontvangt, begint er een nieuw leven. Daarvoor was ik de hoop verloren, ik wist niet waaruit mijn toekomst zou bestaan, ik kon geen plannen maken. Ballingschap, daar kan je jezelf niet op voorbereiden, je weet niet welke obstakels je zal tegenkomen. Het was de totale onzekerheid. Als ze me hadden verplicht terug te keren, had ik het niet overleefd. Letterlijk. Mijn familie is nog altijd ginder. We moeten nog stappen zetten, maar nu zullen we mekaar kunnen terugvinden.

In 2017 moest Edouard vluchten uit Kasaï, in het hart van de Democratische Republiek Congo. Hij vond een onderkomen in de hoofdstad en later, in 2018, in België. Hij werd als vluchteling erkend op 30 september 2019.

X

"Ik zou niets veranderen"

Fatimetou Sow

Fatimetou Sow

Ik werd aangehouden voor een reportage over slavernij. Indien ik alles opnieuw kon doen, dan zou ik niks veranderen. Ik heb nooit het gevoel gehad iets verkeerds te hebben gedaan. Slavernij, besnijdenissen, gedwongen huwelijken en kinderhuwelijken houden mijn land nog altijd in hun greep. En ik zal me tot mijn laatste adem verzetten tegen dat onrecht.

Televisiejournaliste Fatimetou Sow is gevlucht uit Mauritanië. België bood haar internationale bescherming in januari 2019.

X

Getuigenis van Mansour Ghawani Ghanem

Mansour Mhwani Ghanem

Ik had een dagelijkse uitzending op televisie. Iedereen kende mijn gezicht, maar ik kende de gezichten niet van diegenen die me bedreigden. Me op straat begeven, was gevaarlijk. Op tv probeerde ik het terrorisme te tackelen met een boodschap van vrede, door middel van onderwijs, door waarheidsgetrouwe informatie te delen ... Ik ben journalist: mijn wapens zijn woorden. Mijn drie kinderen werden bedreigd. Als ik automonteur was geweest, had mijn familie een normaal leven. Maar als journalist is het erg moeilijk. Ik ben naar Turkije gevlucht en daarna met de vrachtwagen naar Europa. Vele anderen vonden onderweg de dood. Ik heb geluk gehad. Als ik was gebleven, had ik het niet overleefd. Ik wou vertrekken. Maar mijn familie bleef nog daar. Het deed pijn. Het is een zeer trieste situatie en je kan het je niet inbeelden als je het niet zelf hebt beleefd.

Mansour kwam aan in België in 2016. Na een verblijf als asielzoeker in Spa en Couvin, heeft hij het vluchtelingenstatuut verkregen en is zijn familie hem kunnen nareizen.

X

From Gaza to Belgium

Sahran Abu Kalloub

Sarhan woont in België sinds juni 2018. Zijn vrouw en zijn dochters zijn nog altijd in Gaza. Hij is via de tunnels naar Egypte gevlucht om zijn werk verder te kunnen zetten als journalist.

In zijn regio schreef hij de blog 'From Gaza to Gaza'. De onderzoekssite werd door de overheid stopgezet. Sarhan draaide documentaires voor het Imperial War Museum London, een Iraanse televisiezender en de Zwitserse organisatie Music against violence. Al zijn films gaan over het leven in Gaza. Hij deed onderzoek naar de elektriciteitsproblemen, sociale en politieke kwesties en het dagelijkse leven van de inwoners in Gaza. De films, vaak undercover gedraaid, brachten Sarhan tijdens een van zijn laatste onderzoeken naar een militair terrein om er een training te volgen. De overheid, al geen fan van zijn werk, beschuldigde hem ervan militaire geheimen te willen onthullen. Sarhan werd verschillende keren in de cel gegooid, zijn vinger werd gebroken. Nadat hij opnieuw een maand in de gevangenis had gezeten, werd hij vrijgelaten ("want op dat moment werden we vrijgelaten") en hij besloot te vluchten.

Intussen is Sarhan in België erkend als professioneel journalist. Hij zet zijn werk verder en draait een film over het recht op immigratie, Despair. Hij is afgevaardigde van het International Center for Relations & Diplomacy in het Verenigd Koninkrijk en hij vertegenwoordigt het instituut in België. Hij zou graag kunnen werken. Om de thema's verder uit te spitten waar hij in Gaza niks over kon zeggen.

Een terugkeer naar Gaza is voor Sarhan onmogelijk. Hij getuigt dat een van de moeilijkste kwesties voor een journalist in Gaza niet is om tegen de overheid te zijn of om bepaalde zaken aan de kaak te stellen, maar wel om je eigen reputatie niet in gevaar te brengen. Het is voor hem dus niet enkel een kwestie van in de cel te worden gegooid of om belemmerd te worden in zijn werk of in zijn carrière als journalist. Ook zijn reputatie staat op het spel, en dat heeft uiteindelijk gevolgen voor zijn volledige familie. Want een journalist die durft tegen de haren instrijken van de overheid, krijgt al snel de stempel dat hij collaboreert met het buitenland of erger, met Israël. Zijn naam kan zelfs gepubliceerd worden op een lijst. En "dan ben je niet langer een journalist, maar een verrader die werkt voor de vijand".

X

"Problemen met de politie"

Tory Kiliç

De Koerdische geografische regio is een geheel. Maar een gebarsten geheel. Met een bevolking van bijna 45 miljoen mensen verdeeld over vier landen: Turkije, Iran, Irak en Syrië. Zonder grenzen en zonder erkend grondgebied, behalve in Irak (Koerdische Autonome Regio) en Iran (provincie Kordistan).

Tory Kiliç maakt meteen duidelijk dat hij Koerdisch is en niet Turks.

Hij is 39 jaar. Geboren in de regio Mardin, in het Koerdische deel van Turkije, niet ver van de Syrische grens. Nadat hij stopt met zijn studies in Istanbul, werkt hij gedurende jaren als onderzoeker voor ngo's, Koerdische organisaties, advocaten en ook families. Zijn missie: de verdwijningen van Koerden in 1995 in Turkije documenteren en de zuiveringen van de Koerdische bevolking in 1980 in Irak. Tory's werk beslaat alles wat georganiseerde zuiveringen aangaat: militaire politie, verdwijningen, massagraven, beenderen, lichamen, ... Een titanenwerk. Een herinneringswerk.

Intussen woont Tory bijna drie jaar in België. Met hulp van Koerdische activisten en organisaties ontvluchtte hij Turkije en via Düsseldorf kwam hij in Brussel terecht. Hij heeft hier Frans geleerd, en is getrouwd. Nu is hij op zoek naar werk. Hij zou graag een opleiding video volgen. Hij schrijft, nog altijd over zijn herkomst, en hij somt op voor welke media hij werkt of heeft gewerkt: Kedistan.net, Media Haber, Sterktv.net.

Hoewel zijn familie nog altijd ginder verblijft, zegt Tory dat hij niet kan teruggaan naar Turkije, dat hij niet wil teruggaan. Bij terugkeer uit Irak is hij bij het oversteken van de Turkse grens al tegengehouden door politie in burger. Met drie dagen in de gevangenis en een gebroken neus als gevolg. "Altijd problemen met de Turkse politie", zegt Tory in aarzelend Frans.

"Problemen met de politie" is een uitdrukking die hij wel vaker gebruikt. Zowel in de verhalen over zijn studies in Istanbul, als over zijn onderzoek naar de verdwijningen in Turkije en het verzamelen van informatie in Irak. Een ander woord dat vaak valt wanneer hij het heeft over zijn jaren van werk ginder is "angst".

In april 2020 kregen Tory en zijn vrouw een zoontje.

Samuel Malhoure

Interview met Ilyas Adam

Interview met Ali Muco

Om contact met ons op te nemen: www.engaje.be - engaje.be(at)gmail.com
Interview

Frédéric Moreau de Bellaing

Na de rijstvelden in China, de Moai op Paaseiland en de riksja's in Indië, kiest Frédéric Moreau de Bellaing in 2016 voor hartje Brussel om aan een nieuwe reis te beginnen. Hij fotografeert er het dagelijkse leven van 'La Voix des Sans Papiers', een collectief van personen zonder verblijfsvergunning. In 2017 wordt hij fotograaf van het Burgerplatform voor Steun aan de Vluchtelingen.
Frédéric Moreau de Bellaing

Op je foto's plaats je mensen in een situatie. Waar ligt voor jou de grens: wanneer beïnvloedt artistieke vormgeving mogelijk de realiteit?

Dat is afhankelijk van het onderwerp en van het doel van de foto's. Bij het maken van portretten, bijvoorbeeld voor 'Journalistes en Exil, is mijn tussenkomst nodig. Maar enkel in beperkte mate, zoals een documentairemaker dat doet. Tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat elke vorm van observatie sowieso weegt op de 'werkelijkheid'. Een 'neutraal' standpunt bestaat niet. Bij elke beeldcreatie maak je keuzes en is er sprake van een zekere subjectiviteit ...

Het leven heeft voor ons veel grotere verrassingen in petto dan gelijk welke mise-en-scène, hoe krachtig ook. En de kunst van de fotograaf ligt in zijn talent om die magische toevalligheden vast te leggen en te vertalen in een krachtig beeld.

Mijn aanwezigheid als fotograaf maakt ook deel uit van de 'realiteit' waarvan ik beelden maak, en het leven heeft veel grotere verrassingen voor ons in petto dan gelijk welke, zelfs de meest krachtige, mise-en-scène. Het vakmanschap van de fotograaf schuilt in zijn ontvankelijkheid voor deze magische toevalligheden en in zijn talent om deze in een krachtig beeld te vertalen. De essentie zit voor mij dan ook in de bevestiging van een standpunt. Wanneer de lezer, de toeschouwer of de luisteraar het volledige beeld doorkrijgt van de positie die de boodschapper inneemt, heeft hij bijgevolg ook de mogelijkheid om een eigen mening te vormen.

Wat wil jij uiteindelijk tonen?

Voor mij is fotografie meer een weergave van emoties dan een bron van informatie. Ik wil vooral een gevoel van betrokkenheid en sympathie opwekken bij de toeschouwer.

Vanaf wanneer overschrijd je de grens van voyeurisme ten opzichte van de migranten?

De positie die je inneemt is enorm belangrijk. Dat je een standpunt inneemt, met een bepaalde blik naar de wereld kijkt, iets te zeggen hebt. En wanneer je iets te vertellen hebt, dan vermijd je, denk ik, makkelijker om te vervallen in ongezond voyeurisme.

Wat men ongezond voyeurisme noemt, is voor mij een holle blik, zonder betekenis. En het verstopt zich te vaak achter voorwendsels zoals neutraliteit of objectiviteit. Hoe meer een fotograaf voor een positie kiest waarin hij een foto maakt 'met' en niet 'van' een persoon, hoe meer hij afstand neemt van voyeurisme.

De camera tussen jou en de gefotografeerde persoon: zorgt die voor een breuk, of versterkt die jullie relatie?

Die vraag is in mijn ogen nauw verbonden met de vorige. Door de aanwezigheid van een fototoestel bevestig ik mijn positie als fotograaf. Daardoor vormt toestemming geen probleem meer en is voyeurisme uitgesloten. Terwijl ik lange tijd dacht dat mijn camera een obstakel vormde, is het tegenovergestelde waar. Mijn toestel laat me net toe om een menselijke relatie aan te gaan.

Bovendien bepalen zowel de fotograaf als de gefotografeerde persoon wat uit die interactie volgt. En waarschijnlijk zorgt de intensiteit van die relatie hoe pakkend de foto's zullen zijn.

Hoeveel nieuwe ideeën krijg je per dag?

Te weinig als je het mij vraagt, maar te veel volgens mijn partner! Mijn inspiratie en mijn fototoestel zijn de brandstof en de motor van mijn leven. Zonder zou ik compleet verloren zijn.